
Cashewnoten nemen toe aan populariteit, met name in een veganistisch dieet. De noot blijkt voor van alles een goede vervanger: kaas, melk, en zelfs in vegan cheesecake is de cashew onmisbaar. Een Nederlanders at in 2016 gemiddeld ruim een kilo cashewnoten.

Veel van die noten komen uit India, dat land exporteert na Vietnam de meeste cashewnoten. Bijna alle cashewnoten groeien op kleine boerderijen of in het wild in Afrika, Latijns Amerika en Zuidoost-Azië. In India groeien cashews in de kustgebieden, daarnaast importeert India ook veel onbewerkte cashewnoten. Op de bovenstaande foto zie je een kleine fabriek, die staat in de omgeving van Mangalore in het zuiden van India.
In de fabrieken waar de cashewnoot wordt verwerkt voor consumptie en export werken vooral vrouwen. Dat komt omdat het wordt gezien als licht werk omdat er weinig spierkracht nodig is.

De vrucht van de cashewnoot bevat een giftige stof en kan huidirritaties en jeuk veroorzaken. Bij langdurige blootstelling kan dit leiden tot zwarte plekken op de huid. Het gif is soms zelfs vergelijkbaar met brandwonden van een chemisch middel. De vrouwen die in de fabrieken werken krijgen geen handschoenen. Soms krijgen ze die wel, maar willen ze die niet dragen omdat het hun werkproces vertraagd. Daardoor verdienen ze minder.

De cashewnoten worden gesorteerd naar klasse, afhankelijk van hoe groot en mooi ze zijn. Deze vrouwen hebben gelukt, zij verdienen het meest en kunnen zitten op een stoel.

De cashewnoot is eigenlijk geen noot meer zaad van een soort vrucht die hangt in een boom. Er gaat een heel proces aan vooraf voordat de cashewnoten eruit zien zoals op deze foto. Omdat de noten zo breekbaar zijn, wordt veel met de hand gedaan om ervoor te zorgen dat ze heel blijven. Af en toe wordt er een machine gebruikt.

De arbeidsomstandigheden zijn vaak minimaal en de vrouwen verdienen weinig geld. Vrouwen die de giftige noten pellen verdienen zo’n twee euro per dag. Vaak hebben deze vrouwen geen vast contract waardoor ze geen zekerheid hebben. Vanwege de coronapandemie was er in India maandenlang een lockdown. Hierdoor konden deze vrouwen niet meer werken en kregen ze geen enkele vorm van uitkering.

De slechte arbeidsomstandigheden zijn volgens NGO Traidcraft Exchange te wijten aan de lage prijzen die westerse supermarkten eisen. Een zak cashewnoten kost in de winkel zo’n drie euro, ruim een euro daarvan gaat naar de supermark. Slechts vijf cent gaat naar degene die de noten heeft gepeld.

Niet alleen in India gaat het mis. De cashewnoten afkomstig uit Vietnam worden ook wel ‘blood cashews‘ genoemd omdat ze als vorm van dwangarbeid worden gepeld door drugsverslaafden. Het loon dat ze ervoor krijgen varieert volgens Human Rights Watch van zestig cent tot ruim zes euro.

Niet alle noten komen in onze supermarktschappen terecht. India is zelf namelijk de grootste consument van de cashewnoot. Vanwege de coronapandemie zakte de prijs van de noot, daarnaast daalde de oogst vanwege corona en slechte weersomstandigheden. Momenteel is de prijs van de cashewnoot weer aan het herstellen. Hopelijk is er ook spoedig een herstel naar een eerlijker model voor de arbeiders. De noot boycotten heeft namelijk geen zin, dan komen 500.000 arbeiders zonder werk te zitten.